Betrokkenheid sdg13 Klimaatactie

De student neemt actief deel aan mondiale en lokale acties en campagnes op het gebied van klimaatverandering, evenals in door georganiseerde politieke forums en topbijeenkomsten op hoog niveau
Internationale organisaties als VN en EU waar het maatschappelijk middenveld, de particuliere sector, de academische wereld en andere belanghebbenden kunnen deelnemen. De student geeft input en stelt oplossingen voor terwijl andere belanghebbenden worden gehoord.

Bijvoorbeeld:

Select a situation known to the group and decide on the core problem. What are the effects of this problem? What are the other problems which contribute to the core problem? (NB Avoid writing down a lack of solutions as problems, rather state the problem itself that needs to be solved, e.g. rather than writing “Lack of awareness on effects of dumping”, say, “Townspeople dump waste in street.”) Build up the ‘tree’ from the core problem in the middle with causes below and effects above:

Selecteer een bij de groep bekende situatie en beslis over het kernprobleem. Wat zijn de gevolgen van dit probleem? Wat zijn de andere problemen die bijdragen aan het kernprobleem? (NB: vermijd het ontbreken van oplossingen als problemen, maar vermeld liever zelf het probleem dat moet worden opgelost, bijvoorbeeld In plaats van “Gebrek aan bewustzijn over de effecten van storten” te schrijven, zeg “Stadsmensen dumpen afval in de straat.”) Bouw de ‘boom’ van het kernprobleem in het midden met onderin de oorzaken en effecten erboven:

Voeg meer kaarten toe om de boom uit te breiden naarmate de discussie zich ontwikkelt. Trek een lijn rond een bepaald deel van de boom om een ​​beheersbaar project te definiëren.

Regels van betrokkenheid:

  • Deelnemers schrijven hun eigen kaarten, tenzij ze niet kunnen schrijven. Zorg er in dat geval voor dat hun ideeën getrouw worden vastgelegd.
  • Er hoeft slechts één idee op elke kaart te worden geschreven, zodat ideeën kunnen worden verplaatst.
  • Vraag de deelnemers om leesbaar te schrijven.
  • Schrijf maximaal drie regels per kaart zodat deze gemakkelijk leesbaar is.
  • Gebruik sleutelwoorden die door de groep zijn gedeeld.
  • De facilitator is normaal gesproken geen stakeholder.

Met deze techniek kunnen alle belanghebbenden deelnemen aan een uitgekiende discussie over oorzaken en gevolgen.

NB Om er een hiërarchie van projectdoelstellingen van te maken, draai je gewoon elke kaart om en schrijf je een positieve versie van het ‘probleem’ dat daar is geschreven.